donderdag 8 september 2016

Ontvoerd door Bugs Bunny

Donderdag 8 september 2016; 79/89 km;  Seeheim -> Mesosaurus Fossil Camp
Met piepende remmen stopte de witte 4x4 naast me op het grondpad. In een wolk van optrekkend stof stapte iemand uit. Gehaast liep ze op me af en zei: 'Ek kom jou oplaai'. Nu zag ze er niet uit alsof ze een bedreiging vormde voor mijn eer of mijn portemonnee, maar geef toe, wanneer ben jij voor 't laatst ontvoerd?
Bedrijvig liep ze heen en weer en ondertussen lichtte ze de situatie toe. 'Ek es die schoonmoeder van die vrou van de farm. Jullie reisleider maak sich ongerust en vraag mij om jou op te laai'. Er viel geen speld tussen te krijgen, de lange arm van Monique reikte ver...
Ik stelde me voor. 'Ek es Buggs Bunny,' verkondigde ze, 'my naam es Johanna maar iedereen noem my Bugs Bunny want ek praat baie vinnig.' Tegen dat laatste viel weinig in te brengen, ze sprak met de snelheid van een mitrailleur.
Het bleek dat zij boodschappen had gedaan in Keetmanshoop en daar een telefoontje van haar schoondochter had gekregen om op de terugweg uit te kijken naar een eenzame fietser. Tsja, van mij had het niet gehoeven, ik fietste wel lekker zo, maar het gebaar was te aardig om nee te zeggen.
Ik hoefde ook helemaal niks te zeggen. Nadat we de 32(!) tasjes met boodschappen zo hadden verstouwd dat ik de fiets in de laadbak kon leggen, stapten we in. Ondertussen bleef Johanna voortratelen. En passant mopperde ze op tegenliggers die volgens haar allemaal  te hard en roekeloos reden. Toen ik voorzichtig op de snelheidsmeter gluurde, bleek die ruim boven de honderd aan te geven. Johanna leunde naar opzij en vertrouwde me toe: 'Eigenlijk kan ik helemaal niet goed zien, ik moet volgende week geopereerd worden aan staar.' Ik weet niet hoe het kwam, maar opeens leek de fiets een super veilig alternatief. Enfin, vijf tellen later waren we er. Dat was wel weer een voordeel van het tempo van Bugs Bunny.
De route tussen Seeheim en het Mesosaurus Fossil Camp was niet bijzonder moeilijk. Eerst keurig asfalt naar Keetmanshoop en vandaar nog veertig kilometer grondpad. Een kind kon de was doen. Alras verdwenen de troepen over de dichtstbijzijnde heuvel en had ik het rijk alleen. Dat heeft z'n voordelen, want dan kan ik stoppen waar ik wil om effies een plaatje te maken of een praatje.
'Hé, wie staat daar nou?' In eerste instantie dacht ik dat het iemand van de groep was die naast de weg zat, maar het was een fietser met bepakking. Bepakking was in dit geval een eufemisme, want ik denk dat hij minstens vijftig kilo aan spullen aan zijn fiets had hangen.
'Wil je een koekje? Mijn naam is Josh.'  ' Nou, graag! Heb jij nog wat nodig?' Ik kreeg een choco prince en zijn verhaal in een notendop. Josh was afkomstig uit Bakoe in Azerbeidjan en al een jaar en vijf maanden aan het fietsen. Ik kwam hem tegen bij de afslag naar Fish River Canyon waar hij naar onderweg was. Na een fotootje en een hartelijke handdruk, gingen we ieder ons weegs. Dit hoort bij het fietsen, dat deel  uitmaken van die gemeenschap van fietsers en weten dat je er voor elkaar bent mocht het nodig zijn.
Ook de verdere dag zat vol ontmoetingen. In het grote, moderne winkelcentrum van Keetmanshoop - een streekcentrum met veel kerken - kwam ik mensen uit Brugge tegen met wie ik heb gekletst. Later, net voorbij Keetmanshoop, sprak ik met Johannes Emanuel en Emanuel Hendrik, twee Namibiërs uit Rundu die hier het speciale kiat-houtsnijwerk uit hun dorp 1000 km verderop aan de man brengen. Beide mannen zitten hier maanden aan  een stuk in hun zelfgemaakte hutjes tot hun voorraad is verkocht en ze naar huis gaan om hun kinderen te zien en nieuwe voorraad te halen.
Ach, ik weet het, op die manier fietst een mens natuurlijk niet hard, maar als het écht nodig is, komt er blijkbaar een buggs bunny voorbij en grijpt je in je kraag. Het moet niet gekker worden!!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten