zaterdag 10 september 2016

De bok is het haasje

Zaterdag 10 september 2016; game drive door Kalahari National Park, Mata Mata -> Two Rivers camp, 70 km
Het gekreun is nauwelijks hoorbaar in de stikdonkere nacht. Opeens verscheurt het geblaf van de hyena's de stilte. Als we 's ochtends opstaan, ligt de gemsbok van gisteravond een eindje voor ons kamp dood onder een boom. Twee hyena's liggen zich grommend vol te vreten.
Iets voor zevenen vertrekken we voor onze game drive. We gaan proberen wild te spotten in het Kalahari National Parc, een van de grootste parken van Afrika, verspreid over Namibië, Zuid-Afrika en Botswana.
We zien allerlei soorten wild: springbokjes, wildebeesten, rode hartbokken, gemsbokken, breëe kop arend, de batteleur, secretarisvogels, gompauwen, grondpauwen, zwaluwstaart bijeneters, struisvogels, giraffen, blauwvalkies, black korhaan, marshall eagle,  giant eagle owl (oor owl) en nog veel, veel meer.
Rechts van het grondpad loopt een jonge giraffe. Hij oogt verloren. Vierhonderd meter verder ligt het kadaver van zijn moeder onder een boom. Daarnaast ligt een mannetjesleeuw loom uit te buiken. De leeuwen van de Kalahari hebben een typisch zwarte tekening in hun manen. De kleine giraffe heeft geen schijn van kans om te overleven. Later hoor ik dat zijn moeder twee dagen geleden gedood is door een troep leeuwen.
De bush-telefoon werkt op volle toeren. Passerende auto's stoppen en nieuwtjes worden uitgewisseld. 'Cheeta's over vijf kilometer!' De plek is niet te missen: er staan al auto's waaruit reusachtige telelenzen in de juiste richting steken.
Vier halfwas cheeta-jongen spelen met elkaar in de schaduw van een paar bomen tegen een helling. Op hun rug hebben ze een soort dons waardoor ze herkenbaar zijn als pups. Moeders is ook in de buurt, gedrapeerd over een dikke tak houdt ze haar jongen scherp in het oog.
De Kalahari is prachtig. Het is een soort duinlandschap waar we doorheen rijden. We volgen in feite een oude rivierloop, de Auo (check). In deze bedding stroomt maar eens in de tientallen jaren water. Af en toe passeren we een waterput. Omdat tegenwoordig overal rasters staan, kunnen de dieren hun normale routes,  waarbij ze de regens achterna trekken, niet meer volgen. In het park wordt water voor hen opgepomt met ouderwetse watermolentjes maar ook steeds vaker  met behulp van zonne-energie.
's Middags zien we een bijzonder schouwspel: baltsende struisvogels. Het mannetje, met zwart verenpak en vuurrode poten, danst wulps rond het veel grijzere wijfje. Voorlopig wil zij in ieder geval nog van geen avances weten en hij druipt af.
Het zijn bijzondere vogels: zo groot dat een volwassen man erop kan rijden. Slim zijn ze niet: hun hersenen zijn kleiner dan  hun oogbol. Voor 1914 was een ons struisvogelveren meee waard dan een ons goud, vertelt Monique. Vooral bij danseressen en voor dure hoeden vonden de veren veel aftrek. Daarna is door de Eerste Wereldoorlog en de opkomst van de auto waardoor vrouwen geen grote hoeden meer konden dragen, deze markt volledig ingestort. Nu is de fokkerij van struisvogels in opkomst. Voor Keetmanshoop zag ik een struisvogelboerderij annex abbatoir.
We zetten onze tenten op in Two Rivers, een kamp op de grens van Botswana en Zuid-Afrika. Vanavond geen gemsbok die in het hek vliegt. Hoe zou het zijn met het  moederloze girafje?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten