Ome Gerrit schuifelde naar buiten om een sjekkie te roken. Hij moest wel sinds Tannie hem verboden had die 'stinkdingen' nog langer binnen aan te steken. Achter in de tuin bewoog iets. Zag hij het goed? Een duif met een rugzakje op? Ondanks zijn ouderdom aarzelde hij geen seconde. Hij liet het sjekkie uit z'n handen vallen, greep een hark die toevallig vlakbij stond en met één welgemikte slag sloeg hij het diertje dood.
In 1927 was er in het naburige dorpje Kleinzee een nieuw schooltje gebouwd. De onderwijzer, meneer De Villiers, was op zoek naar kalklagen in de grond om het gebouwtje te witten. Tijdens deze zoektocht stuitte hij op een diamant. Binnen drie weken verzamelde hij voor 600 pond aan diamanten, een klein fortuin. Kort daarna startten de eerste mijnbouwactiviteiten in Kleinzee.
Port Nolloth, waar we onze rustdag doorbrengen, is een oud mijnwerkers- en vissersdorpje. Het is gebouwd in 1854 om het koper uit het 50 km verderop gelegen Okiep te kunnen verschepen. Daarvoor was een spoorlijn aangelegd met een wel heel bijzondere tractie: de eerste helft van het traject werden de wagons getrokken door muilezels. De tweede helft van de route zat er zoveel verval in het traject, dat de wagons uit zichzelf verder gleden. Twee remmers zorgden ervoor dat het niet te hard ging.
Rond de eeuwwisseling van de 20e eeuw werd de haven te klein voor de grotere schepen en kwam de klad er in. De opleving kwam in 1927 met de vondst van alluviale diamanten in het gebied.

Zoals dat zo gaat met die dingen wilde iedereen natuurlijk graag een graantje meepikken van deze plotselinge rijkdom. Van heinde en verre dienden zich gelukszoekers aan die kwamen werken in de mijnindustrie. De kunst was natuurlijk om wat steentjes voor eh... eigen gebruik zeg maar achterover te drukken. Vanzelfsprekend liepen de belangen van werknemer en werkgever daar niet geheel parallel. Diefstal van diamanten werd - en wordt - streng bestraft, dus was het zaak listiger te zijn dan de baas.
Georges Moyses is oud-diamantduiker en trotse bezitter van het piepkleine museum in Port Nolleth. Met kennelijk plezier vertelt hij over de 49 manieren om diamanten te jatten van de baas. Omwille van het pedagogisch effect van dit blogje vermeld ik er een paar. De meest gebruikelijke manier is om de diamanten in te slikken. Dat dient tegelijk te gebeuren met een rauw ei (tevens een probaat middel tegen een kater). Op de x-ray foto die genomen wordt als de medewerkers de mijn verlaten, zijn de diamanten dan ingekapseld in het eiwit zodat ze er op de foto uitzien als kleine tumoren. Voor wie niet van eieren houdt, kan zijn toevlucht nemen tot een varken. Je laat het dier de stenen gemengd door zijn voer opeten en je houdt daarna zijn poep streng in de gaten. Tenzij je het zwijntje verwerkt tot 'Boerewors' voor op 'die braai' natuurlijk. In dat geval de darmpjes goed nakijken voor je de worst erin stopt.
De meest tot de verbeelding sprekende manier vond ik die van Hendrik Fonteyn. Hij gebruikte een speciaal gefokte duif die hij mee de mijn in smokkelde. Voorzien van een piepklein rugzakje met daarin een aantal steentjes vloog het diertje vervolgens nijver op huus an. Tot die rampzalige dag waarin Hendrik teveel steentjes in het rugzakje stopte en de duif in de tuin van Ome Ger even op adem wilde komen...
Wat een triest einde voor het duifje.
BeantwoordenVerwijderen