vrijdag 26 augustus 2016

Navorsing en omgewings-opvoeding in Kirstenbosch

Leendert Cornelis was zoek. En hij niet alleen, zijn hele ploeg houthakkers leek wel - hoe toepasselijk - in rook te zijn opgegaan. De compagniecommandant stuurde zijn mannen erop uit want ze hadden dringend behoefte aan hout. Behalve groente, fruit en zoet water had de VOC ook grote hoeveelheden timmerhout nodig. Voor de schepen die passeerden en waar altijd wel wat aan viel te repareren na al die maanden op zee, maar natuurlijk ook voor het fort dat Van Riebeeck in 1652 was begonnen te bouwen en dat nu uitgroeide tot een flinke nederzetting.

Leendert Cornelis van Zevenhuysen was de eerste Hollander die als houtvester een stuk bos kreeg toegewezen. Dat lag ten zuiden van de Tafelberg. Houtvester zijn was een eenzaam en gevaarlijk beroep. Je kon er wel heel erg rijk van worden en dat deed Cornelis ook. Verder was het met al dat zaagsel natuurlijk een uitermate dorstige aangelegenheid. Dat bleek ook toen de mannen van de
Houtvester was een dorstig beroep
compagniecommandant Cornelis eindelijk hadden gevonden. Met zijn helpers was hij aan boord gegaan van het voor anker liggende schip Johanna en samen met de zeelieden hadden ze zich drie dagen lang een stuk in hun kraag gezopen. Met dit gedrag maak je weliswaar vrienden, maar wel de verkeerde. Het liep dan ook slecht af met Cornelis: de VOC ontnam hem zijn contract en hij raakte aan lager wal.

Het stuk bos waar de VOC haar timmerhout haalde, behoorde tot het gebied waar de nomadische Koi-Koi vanouds bosvruchten zochten.

De Koi-Koi voelden zich hoe langer hoe meer bedreigd door de blanken toen ze merkten dat deze steeds zich steeds meer gebied toeëigenden. Om te voorkomen dat de inboorlingen nog langer op het land 'van' de VOC kwamen, liet Van Riebeeck in 1660 een kilometerslange haag van dichte doornstruiken en wilde amandelbomen aanplanten. Hier kwam niemand nog voorbij was het idee. En het werkte. Sterker nog, na bijna 400 jaar staat Van Riebeeck 'se wilde amandelheining' er nog steeds. Hij maakt deel uit van die 'Nasionale Botaniese Tuin Kirstenbosch', een van de mooiste botanische tuinen ter wereld.
Vanochtend ben ik dat fenomeen gaan bekijken. Mensenkinderen, wat is dat mooi zeg!! Je hebt het ook niet zomaar even gezien. In totaal is Kirstenbosch 528 ha groot waarvan 36 ha een prachtig aangeplante tuin. De rest bestaat uit het natuurreservaat waar Cornelis 360 jaar geleden de bijl hanteerde. De tuin trekt veel publiek. Toeristen natuurlijk, maar ook veel mensen uit Kaapstad en omgeving. Er hangt een heel relaxte sfeer. Overal mag je op de gazons picknicken en dat gebeurt ook veel. Kleine kinderen rennen lekker rond en ouderen zitten op een van de vele bankjes te genieten.

Het was een prachtige dag. Met 31 graden was het een heerlijke temperatuur. Overal zag en hoorde je de meest prachtig gekleurde vogels en kolibries. Het mooist vond ik het pad door de boomkruinen waar je met behulp van een lange hangbrug dwars door de boomtoppen kon lopen. De Tafelberg op de achtergrond en de heiige mist over de wijngebieden gaven het geheel een soort sprookjesachtige sfeer. Wat een voorrecht om hier te mogen zijn! Ik ben het helemaal eens met het foldertje: we moeten meer doen aan 'navorsing en omgewingsopvoeding'. En ik leer graag bij!

Nu is het speelkwartier voorbij. Straks ga ik samen met een fietsmaatje dat hier al in het hotel was naar het vliegveld. Daar komt vanavond de hele groep bij elkaar. Morgen rijden we richting Namibië en zondag wordt er gefietst. Met mijn knie gaat het zo zo. Ik heb nog steeds behoorlijk veel pijn maar ik verwacht... eh...ik hoop dat het zondag o.k. zal zijn.

Ik heb er overigens een hard hoofd in of er onderweg vaak wifi zal zijn, maar we gaan het zien. Mochten jullie niets van me horen, ga er dan maar van uit dat het goed gaat. Of dat ik een leeuw ben tegengekomen. Dat kan natuurlijk ook... 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten