Vrijdag 16 september 2016; transfer van Calvinia -> Van Rijnsdorp -> N7 -> N19 Melkbosstrand bij Kaapstad -> Kaapstad -> vliegveld Kaapstad; 425 km
Calvinia is een dorp met een streekfunctie. De naam, jullie raden het al, is ontleend aan de grote kerkhervormer, Calvijn. Er wonen zo'n 12.000 mensen in het stadje, plus een veelvoud aan schapen - buiten het stadje -, er zijn ten minste zeven kerken, veertien bed & breakfasts en er is een groot schapenabattoir. En ieder jaar in september is er het beroemde vleesfestival met uiteraard veel braaien & muziek.
Deze rustieke setting vertaalt zich in de ingrediënten van het ontbijt: 'vetbollen' (onze oliebollen), roerei met witte bonen, gebakken spek en - het lekkerste volgens de kokkin - gebakken schapenlevers met ui en nog veel meer heerlijks.
Bij het wakker worden, klinkt er een vertrouwd geluid: regen op het dak. Na drie weken zon is dat wel even slikken.
Calvinia ligt op 1000 m hoogte dus het is niet alleen nat maar ook koud. Enfin, er hoeft niet gefietst te worden.
De eerste honderd kilometer tot Rustenburg is het landschap vertrouwd: semi-woestijn met lage struikjes waar tussendoor hier en daar wat schaapjes lopen. Naast de weg een bordje: 'Please, don't kill us'. Geen overbodige vraag. Er wordt aan de weg gewerkt en op deze tweebaans snelweg wordt hard gereden.
Als we van de hoogvlakte afdalen naar het veel lagere West Cape, verandert het landschap meteen. Hier is water dus zijn er wijngaarden, weilanden met blaarkoppen, zwart en rood angus-vee, varkens, schapen, geiten en ezeltjes. Deze laatste zijn het vervoermiddel van de arme. Eén ezeltje kost 150 rand, ongeveer € 15. Verder zijn er eindeloze velden met tarwe, gerst en koolzaad. Wat een verschil met de (semi-)woestijn!
Tegen half vier zijn we aan het Melkbosstrand bij Kaapstad. Het is droog maar de Tafelberg is deels verborgen in de wolken. Robbeneiland, waar Nelson Mandela 27 jaar lang gevangen werd gehouden, is goed zichtbaar achter de schuimende branding. Langs de duinen bloeien mooie paarse en gele bloemen. Het waait zó hard dat de bijnaam van de Kaap, Kaap Storms, geen uitleg behoeft.
In Kaapstad blijkt het 'World Plumbing Event' aan de gang te zijn. Geef toe: jij zou nooit bedacht hebben dat er een wereldwijde bijeenkomst van loodgieters ook maar zou bestáán!
Bij de stoplichten staan bedelaars. Terwijl we wachten voor het rode licht deelt Monique oude schoenen, kleding en het overgebleven eten van de tocht uit. Er schijnen 300 straatkinderen te zijn in Kaapstad - nog los van de vele volwassenen die bedelen. Het zijn allemaal zwarten en kleurlingen.
Het afscheid is onbedoeld in stijl: als er een probleem is, wordt dat opgelost. Bij het hotel van waaruit we waren vertrokken, blijken de achtergrlaten fietsdozen te zijn 'verdwenen'. Balen, want zie maar 's aan andere te komen en zonder doos, geen fiets mee met de KLM.
Op het vliegveld verdwijnt Monique om een poosje later weer op te duiken met grote stukken karton. Met behulp van veel duct tape ('onontbeerlijk voor uw levensgeluk en -kwaliteit') en de wrap-service voor koffers staan na een uur hard werken de fietsen keurig klaar voor transport. Klasse!