zaterdag 17 september 2016

Afscheid in stijl

Vrijdag 16 september 2016; transfer van Calvinia -> Van Rijnsdorp -> N7 -> N19  Melkbosstrand bij Kaapstad -> Kaapstad -> vliegveld Kaapstad; 425 km

Calvinia is een dorp met een streekfunctie. De naam, jullie raden het al,  is ontleend aan de grote kerkhervormer, Calvijn. Er wonen zo'n 12.000 mensen in het stadje, plus een veelvoud aan schapen - buiten het stadje -, er zijn ten minste zeven kerken, veertien bed & breakfasts en er is een groot schapenabattoir. En ieder jaar in september is er het beroemde vleesfestival met uiteraard veel braaien & muziek.

Deze rustieke setting vertaalt zich in de ingrediënten van het ontbijt: 'vetbollen' (onze oliebollen), roerei met witte bonen, gebakken spek en - het lekkerste volgens de kokkin - gebakken schapenlevers met ui en nog veel meer heerlijks.

Bij het wakker worden, klinkt er een vertrouwd geluid: regen op het dak. Na drie weken zon is dat wel even slikken.
Calvinia ligt op 1000 m hoogte dus het is niet alleen nat maar ook koud. Enfin, er hoeft niet gefietst te worden.

De eerste honderd kilometer tot Rustenburg is het landschap vertrouwd: semi-woestijn met lage struikjes waar tussendoor hier en daar wat schaapjes lopen. Naast de weg een bordje: 'Please, don't kill us'. Geen overbodige vraag. Er wordt aan de weg gewerkt en op deze tweebaans snelweg wordt hard gereden.

Als we van de hoogvlakte afdalen naar het veel lagere West Cape, verandert het landschap meteen. Hier is water dus zijn er wijngaarden, weilanden met blaarkoppen, zwart en rood angus-vee, varkens, schapen, geiten en ezeltjes. Deze laatste zijn het vervoermiddel van de arme. Eén ezeltje kost 150 rand, ongeveer € 15. Verder zijn er eindeloze velden met tarwe, gerst en koolzaad. Wat een verschil met de (semi-)woestijn!

Tegen half vier zijn we aan het Melkbosstrand bij Kaapstad. Het is droog maar de Tafelberg is deels verborgen in de wolken. Robbeneiland, waar Nelson Mandela 27 jaar lang gevangen werd gehouden, is goed zichtbaar achter de schuimende branding. Langs de duinen bloeien mooie paarse en gele bloemen. Het waait zó hard dat de bijnaam van de Kaap, Kaap Storms, geen uitleg behoeft.

In Kaapstad blijkt het 'World Plumbing Event' aan de gang te zijn. Geef toe: jij zou nooit bedacht hebben dat er een wereldwijde bijeenkomst van loodgieters ook maar zou bestáán!

Bij de stoplichten staan bedelaars. Terwijl we wachten voor het rode licht deelt Monique oude schoenen, kleding en het overgebleven eten van de tocht uit. Er schijnen 300 straatkinderen te zijn in Kaapstad - nog los van de vele volwassenen die bedelen. Het zijn allemaal zwarten en kleurlingen.

Het afscheid is onbedoeld in stijl: als er  een probleem is, wordt dat opgelost. Bij het hotel van waaruit we waren vertrokken, blijken de achtergrlaten fietsdozen te zijn 'verdwenen'. Balen, want zie maar 's aan andere te komen en zonder doos, geen fiets mee met de KLM.
Op het vliegveld verdwijnt Monique om een poosje later weer op te duiken met grote stukken karton. Met behulp van veel duct tape ('onontbeerlijk voor uw levensgeluk en -kwaliteit') en de wrap-service voor koffers staan na een uur hard werken de fietsen keurig klaar voor transport. Klasse!

donderdag 15 september 2016

Die Pink Padstal

Donderdag 15 september 2016; transfer van Augrabies Nat. Parc -> N14 via Kakamas -> Keimoes -> R27 -> Calvina (445 km)

We verlaten het national parc Augrabies en zetten koers naar het zuiden. Kaapstad, waar we morgenavond op het vliegtuig stappen, ligt op twee dagen rijden.

Eerst komen we door het gebied bij de Oranje rivier. Onafzienbare wijngaarden met tafeldruiven en druiven voor rozijnen volgen elkaar op. Tussen de wijngaarden liggen grote betonnen platen van wel 20 x 60 m. Hierop worden na de oogst de druiven gedroogd tot zongedroogde rozijnen. Verder staan er dadelpalmen, ook die worden gedroogd. Daarnaast zijn er stukken land waarop luzernes voor hooi wordt geteeld en er groeien zaaduien.

Tussen de velden door liggen de kleine dorpjes van de zwarte arbeiders. Soms zie je hele straatjes van identieke, zo goed als nieuwe huisjes compleet met zonnecellen op het golfplaten dak en  schotelantennes voor de tv. Natuurlijk zjjn niet alle huisjes zo, maar het lijkt er sterk op dat de druivencultuur hier veel mensen aan werk en goede levensomstandigheden helpt.

Onderweg stoppen we bij een padstal. Dat is een typisch Afrikaans fenomeen. Het is een soort van winkeltje langs de weg. Die kunnen shabby of sjiek zijn, maar meestal zijn ze leuk om even binnen te lopen.

In het dorpje Kakamas bevindt zich de beroemde Pink Padstal. Denk niet dat het consequent doorvoeren van een concept voorbehouden is aan luxere winkels. De Pink Padstal is van boven tot onder roze en dan van het soort dat aan je ogen blijft plakken. Voor de deur staan grote roze ezels gemaakt uit oliedrums en verder staan, hangen en liggen er overal spreuken die wijzen op een bijzonder praktische kijk op het leven.

Eentje wil ik jullie niet onthouden. Mocht je een kind hebben dat last heeft van bedplassen, dan is dit het advies van ouma (oma): 'vang 'n streepmuis, slag af en braai hom. Gee vir die kind om te eet. Moe nie noem nie dat es ee streepmuis es.' Dat noem ik nog 's een probaat middel. Alleen zou ik niet zo snel weten waar ik een streepmuis zou kunnen vinden, maar dat is voor ouma vast geen probleem.

Je kunt aan allerlei zaken merken dat we weer in het kloppend hart der beschaving zijn aangeland. In Keimoes, een wat grotere plaats ruim voorzien van kerken en drankwinkels, hangt de kop van het hoofdartikel van de plaatselijke krant Die Berger aangeplakt: 'Man sterf in wijntenk'. Verder onderscheidt Keimoes zich door een fietspad, het enige dat we in Zuid-Afrika hebben gezien.

De lunch was in een fraai jaren vijftig hotel in Kenhardt. Het was maar goed dat we deftig gekleed gingen, want er hingen bordjes dat je niet welkom was in je 'frokkies, ooral en tekkies'. Nu droeg geen van ons toevallig een onderhemd, overall of gympen dus dat viel mee. Je vraagt je af of we er in koersbroek welkom waren geweest.

Na het passeren van bordjes met verlokkende reisdoelen als Putsonderwater, Verneukvlei en Sloeriesfontein belandden we tenslotte in  de schapenhoofdstad van dit deel van het land, Calvina. Met als toeristische attractie de grootste brievenbus van het land (6 m hoog) en het vleesfestival.

We slapen in een prachtig oud-Afrikaner guesthouse met stijlvol ingerichte kamers. Tijdens het eten spreekt Marc namens de groep een dankwoord uit met een prachtige limmerick*) en maken Nico en Jet zich verdienstelijk met een roerende afscheidspotpourri aan 'stomme liedjes' waarbij het woord fiets de enige constante is. Kortom, het bleef nog lang onrustig in Calvina...

*) Limerick van Marc:

Een reisleidster komend uit de Kaap
Voerde ons langs springbok en aap
Zij kookt op een braai
En nooit was het saai
En aan het eind van de dag zei ze: lekker slaap!

Ouma, kan jij fietse ry?

Woensdag 14 september 2016; Riemvasmaak (warme bronnen) -> Augrabies Falls (26/45) (1)

De zon kwam stralend op boven het dal. Ons tentenkamp stond aan het eind van een kloof een kilometer of twee buiten het dorpje Riemvasmaak. Met het stijgen van de zon kregen dd bergen hun warme, okergelekleur weer terug. Het leek alsof de bergen net zoveel warmte uitstraalden als de zon.

Na het ontbijt (laatste keer corvee!) ben
ik met Monique meegereden in de bus.Ik voelde me slap, rillerig, kortom: topfit. De weg slingerde zich over een smal  grondpad door de bergen. Met hellingen tot ruim 20%. Monique is een uitstekende chauffeur. Ze stuurt de tonnen zware combi van 18-persoons bus en tandemasser geroutineerd langs afgronden en door droge rivierbeddingen met mul zand. We passeren de droge bedding van de Molopo waar waarschijnlijk al jaren geen water meer door is gestroomd. Alleen aan de bomen die er groeien zie je waar de rivier soms even stroomt.

Vlak voor het dorpje Vredesvallei stap ik weer op de fiets. De bewoners van beide dorpjes, Riemvasmaak en Vredesvallei, zijn in de jaren zeventig, de heftige jaren van de Apartheid, gedwongen verhuisd naar de 'zwarte' gebieden in de Ciskei, honderden kilometers verder. In het nieuwe Zuid-Afrika, vanaf 1994, mochten de bewoners terugkeren.

'Het was een zware tijd,' vertelt Engelbrecht. Hij is fraai uitgedost in een t-shirt met een enorme foto van president Zuma dat hij waarschijnlijk bij de verkiezingen in augustus heeft gekregen. 'Wij waren naar Namibiē gebracht, maar nu zijn we gelukkig weer hier. Hij vertelt dat er veel mensen werk hebben in de wijngaarden voor tafeldruiven en rozijnen. De Oranje rivier, waar de wijngaarden liggen, is vlakbij.

Engelbrecht vertelt dat er ook wordt gewerkt in een 'charity', maar slaagt er niet in uit te leggen wat daar dan gebeurt. Verder worden er overal in het dorp stukken halfedensteen verkocht
Die liggen hier voor het oprapen in de bergen. Buiten het dorp wonen een paar herders.

Wat opvalt in het dorp is dat de erfjes er zo goed verzorgd uitzien. Soms zijn er bloemen en één keer ik zie zelfs een groentetuintje. Zelfs de honden zijn te slaperig om gemeen te zijn. 'In het weekend is het altijd heel gezellig,' vertelt Engelbrecht. 'Dan is er muziek en dansen de kinderen op straat.'

Zoals altijd in Afrika staan er in no time allerlei kleine kinderen om de fiets. Eén kleuter kijkt verbaasd naar mij en de fiets en vraagt dan verlegen: 'Ouma, kan jij fietse ry?'

We slapen in Augrabies, een vrij nieuw nationaal park. Daar ligt een 18 km lange kloof waar de Oranje rivier zich met  stroomversnellingen en een imposante waterval doorheen slingert. Een bende bavianen houdt de wacht.
Uiteraard kom ik als laatste aan. Een hoeraatje, een hug en een biertje vormen een warm eind van een gedenkwaardige tocht.

En ja, de hamvraag is natuurlijk vandaag indringend gesteld: 'Ouma, kan jij fietse ry?'

woensdag 14 september 2016

Waar is Bugs Bunny?

Dinsdag 13 september; Kalahari Farmstal -> Lustiger -> Riemvasmaak (2), Warm, rond 30 gr.

Vandaag is half transfer met de auto en vanaf Lustiger (drie huizen in the middle of nowhere) gaan we verder met de fiets. Vooraf was al gewaarschuwd dat het grondpad niet erg goed was en daar was geen woord van gelogen.

Nu is het natuurlijk ook een kwestie van waar voor je geld krijgen. Dit is een fietstocht klasse 4 en klasse 5 is de allerzwaarste. Dan mag je verwachten dat het een pittige tocht is.

Nou, dat was het ook. Om te beginnen was het warm. Om een of andere reden heb ik daar weinig last van. Dat is fijn want ik had des te meer last van het grondpad. Het zand was zo mul dat ik soms iedere 50 m vastreed. Dan moet je van de fiets af, weer een beter spoor zoeken en opnieuw de gang er in zien te krijgen en vooral te houden. Wat ook niet hielp, was dat mijn zonnebril te licht van kleur is, waardoor ik de goede sporen slecht onderscheid.

Weldra reed ik aan de staart van het peleton en nog iets later reed ik helemaal alleen. Nu ben ik gewend alleen onderweg te zijn, dus dat is geen probleem. Wat wel een probleem was, was dat ik onvoldoende opschoot. Het idee is dat we ergens aan het eind van de ochtend elkaar zien bij de bus om iets te drinken en te eten. Nu is dat natuurlijk minder makkelijk te regelen als de eersten en de laatsten uit de groep zover uit elkaar liggen.

Het landschap was prachtig: laag glooiend terrein met rode aarde, bloeiende struikjes en lage begroeiing met woestijnplanten. Alles is ingerasterd en te oordelen naar de bordjes passeren we af en toe een boerderij. Die ligt dan zover van het grondpad dat de gebouwen niet zichtbaar zijn. Wat een eenzaamheid om in te wonen en te werken!

Het vee leidt onder de droogte. Op een gegeven moment ruik in een weeïge, zoete geur. Naast het raster ligt een dode koe. Ze ligt nog geen honderd meter van de waterput, maar daar zat een grondpad tussen met aan weerszijden prikkeldraad.

Ik word steeds onrustiger omdat ik niet genoeg opschiet. Geen enkele auto passeert. Waar is @#$&* Bugs Bunny als je haar nodig hebt?!

Een pickup truck nadert met hoge snelheid uit de tegengestelde richting. Ik houd hem aan en vraag of hij weet waar de bus staat. De chauffeur, een stevige Afrikaner die zichtbaar geïrriteerd is door het oponthoud, denkt even na en zegt dan: 'Jullie bus staat 20 km verder.' Jemig! 20 km in dit tempo is ruim twee uur... De moed zakt me in de schoenen.

De boer geeft een flinke dot gas en verdwijnt in een stofwolk. Ik blijf alleen achter. Ik denk even na en besef ineens dat ik hem niet geloof. Monique zou dit nooit doen. Ik slinger me op m'n fiets en ploeter verder. Een paar kilometer verder staat de bus.

Samen met een van de anderen stap ik in de bus. Na zeven kilometer is het pad weer goed en stappen we uit. Samen met Joke rijd ik naar Riemvasmaak. Ook hier is het grondpad niet echt goed. Daarnaast worden we lastig gevallen door vliegen. Het is uitermate irritant: ze vliegen als razenden om ons heen en kruipen in onze oren, mond en neus.

Als we Riemvasmaak naderen, rijdt de bus voorbij. Bjjna iedereen zit er in. Later horen we dat ze een afslag gemist hadden en vanwege de tijd allemaal met de bus mee moesten.

We kamperen op een heel bijzondere plek: aan het eind van een kloof waar warme bronnen zijn. Het is een plek die niet makkelijk te bereiken valt, maar mooi!! Als de zon onder gaat, gloeien de rotsen rood, groen en bruin. Ik douche onder de sterren in een hokje omgeven door een rieten matje. De douchekop is gemaakt van een Cola-flesje met gaatjes erin. Nooit eerder zo'n heerlijke koude douche gehad.

Mevrouw Zuma doet aan pr

Dinsdag 13 september 2016; Kalagari Farmstal -> Lutzputs -> Riemvasmaak  (70/106), zonnig (1)

President Zuma had een amoureus avontuurtje gehad met een inlandse schone. Dit bericht, ofschoon op zichzelf geen wereldschokkend nieuws, haalde toch de nationale tv. Dat kwam omdat de schone in kwestie besmet bleek met HIV. Paniek? Helemaal niet. De president verscheen op tv en verklaarde plechtig dat er niets aan de hand was. Het was weliswaar onbeschermde seks geweest, maar hij had na zijn liefdesavontuur keurig gedouched waardoor hij geen HIV had kunnen oplopen.

De reacties in het buitenland waren eh... iets anders dan onder een groot deel van Zuma's grotendeels zwarte stemmers. Dat is natiurlijl pkjnlijk voor een hoogwaardigheidsbekleder vsn zo'n groot land. Daarop vaardigde de president zijn vrouw af om deel te nemen aan een wereldwijde conferentie over aids in Spanje.

Mevrouw Zuma - om preciezer te zijn een- van-de-zes-mevrouwen Zuma -  verkondigde trots in Spanje dat aids geen probleem was in Zuid-Afrika. Hoe kwamen ze erbij!

Aids wordt door veel zwarte en gekleurde Zuid-Afrikanen beschouwd als een witte-mensen-ziekte. Ze denken dat de ziekte een soort verzinsel is om hen bang te maken. 

De feiten wijzen het tegendeel uit: 1 op de 4 tot 1 op de 7 zwarte of gekleurde Xuid-Afrikanen heeft aids of is besmet met HIV tegen 1:1000 blanken. Het werkt natuurlijk ook niet mee als je niet gelooft dat een ziekte bestaat. Verder is er veel sprake van trekarbeid in Zuid-Afrika waarbij veelal jonge mensen honderden kilometers van huis werken en wonen. En zoveel  gezelligs is er nu ook weer niet te doen na het werk.

Tegenwoordig probeert de regering iets aan preventie te doen door o.a. gratis condooms aan te bieden in openbare gelegenheden. Zo lagen er vrouwencondooms in het damestoilet van de botanische tuin. Meestal echter zijn die dozen condooms gewoon leeg.

En mevrouw Zuma? Die had op de Wereld Aids Conferentie de zegeningen van de pr gezien. En als een-van-de-zes-mevrouwen-Zuma wil je je natuurlijk onderscheiden van die andere vijf. En dat ga je niet redden met ern shopping tripje meer of minder naar Dubai of Parijs.  Wellicht geloofde zij ook minder in het zegenrijke werk van een douche na onbeschermde seks dan haar man, wie zal het zeggen?

Hoe het ook zij, mevrouw Zuma vond dat er een.pr-campagne moest komen om de jeugd erop te wijzen dat met  condoomgebruik veel onheil - en kindertjes - kon voorkomen. Een stichtelijk woord van een-van-de-zes-mevrouwen Zuma werd samen met een condoom in een envelopje gestoken en bij duizenden uitgedeeld. Naar verluid heeft de campagne bitter weinig effect gehad. Alle envelopjes waren dichtgeniet.

De lezende jakhals

Maandag 17 september 2016; Molopo Kalahari Lodge -> Kalahari Farmstall  (73/143 km); koude dag, 12 - 20 gr, stevige zuidenwind.

Deze dag was uitstekend geschikt voor de beginnelingen in het kaartlezen. De route was simpel: na 500 m linksaf en vervolgens 70 km rechtdoor. Een kind kon de was doen. We reden pal zuid. Het toeval wilde dat er een stevige zuidenwind stond. Dat was nou weer minder, want het betekende stevige wind op kop.

Een paar bikkels wilden de hele 143 km fietsen, de rest stapte na 73 km op de bus. Ik fietste met Astrid en Joke. We  reden in een waaier en wisselden regelmatig van kop. Een treintje waarmee we goed de gang erin hielden. Het kost veel minder energie om zo te rijden dan in je eentje.

We fietsen door het typische Kalahari duingebied met okerrode duinen hier en daar bezaaid met bomen. De eerste 80 km waren het alleen duinen die oost-west lagen met kleine valleien daartussen. Omdat de weg pal zuid liep, gingen we voortdurend op een neer, als over een gigantisch wasbord. Gelukkig was het een asfaltweg, een grondweg zou hier wel heel zwaar zijn geweest.

Langs en op de weg liepen groepjes schapen en geiten. Met al die auto's moeten af en toe dieren worden doodgereden, maar er is geen karkas te zien. Logisch, als je dan toch zo'n sappig Dorset-schaap onder je wielen krijgt, neem je 'm uiteraard mee voor de braai 's avonds. Het schaap in kwestie heeft immers tóch geen andere plannen meer.

Langs de weg staan rasters om de koeien te beschermen tegen roofdieren. Eén boer heeft overal bordjes opgehangen: 'Bly weg Jakkals, KANON'. Logischerwijs leven hier dus jakhalzen die kunnen lezen, anders hebben deze uitingen van huisvlijt natuurlijk weinig nut.

Het ook een voorbeeld van dierenliefde: zo'n beest weet gelijk dat hij hier niet  welkom is en hoeft zich dus niet in het gevaar te storten. Daardoor worden de  kanonskogels gespaard, wat weer milieuvriendelijk is. Kortom: allemaal winnaars.

Onderweg passeren we links en rechts zoutpannen in de woestijn. Hier wordt bijzonder zuiver zout gewonnen wat miljoenen jaren oud is. Grote kiepwagens rijden af en aan om het weg te brengen.

We zetten onze tenten op bij de Kalahari Farmstall. Een grasveld middenin de  woestijn vormt een soort oase. 's Avonds zitten we met z'n allen rond het kampvuur. Monique demonstreert de bushmen stool: warme stukken smeulend hout onder onze stoelen. Lekker warm! Geen jakhals te horen trouwens. Zeker allemaal naar leesles.

De bewaarders van de watergaten

(under construction; hier her verhaal nog uitwerken van de Schotse waterbewaarders jn de Kalagari en die ene familie); hoort bij dagreis mrt auto door Parc